Museum Veere
De Schotse Huizen en het Stadhuis vormen samen het Museum Veere. In deze prachtige locaties wordt de geschiedenis van Veere in woord en beeld gebracht. Meer info over het museum is te vinden op www.museumveere.nl
Schotse Huizen
De Schotse Huizen op de Kaai nummer 25 en 27 getuigen van de bloei in de wolhandel tussen Schotland en Veere. In deze huizen woonden kooplieden. ‘Het Lammeken’ (25) toont een lam op de gevel. De link met wol is overduidelijk. Het huis dateert uit 1539. De afbeelding op de gevel van nummer 27 lijkt niet alleen maar verwijst ook naar een struisvogel, vandaar de naam ‘de Struijs’, eveneens uit de 16de eeuw.
Door een huwelijk van een dochter van de Schotse koning James I met Wolfert VI van Borselen in 1444 kwam er Schotse inmenging in Veere. Bijna een eeuw later kreeg Veere het stapelrecht om de Schotse wol op te slaan. Gaandeweg ontstond in Veere een Schotse kolonie. Toen tijdens de 19de eeuw de plannen bestonden om de huizen te slopen werden ze door particulieren gered. ‘Het Lammeken’ door een particulier die het later aan het Rijk der Nederlanden schonk. ‘De Struijs’ kreeg geregeld een Engelse vader en dochter over de vloer waar zij dan kunstenaars uitnodigden. Zo ontstond een mooie collectie die door de dochter in 1947 overgelaten werd aan de Staat der Nederlanden op voorwaarde dat er een museum zou worden ingericht, hetgeen ook gebeurde in juni 1950.
De permanente collectie toont hoe de handelsrelatie van Veere met Schotland tot stand kwam, bleef en uiteindelijk uitdoofde. Je ziet er het verhaal van de Schots-Veerse handelscontacten in beeldende kunst, portretten, voorwerpen, … Tot 1799 zou Veere het stapelrecht van wol behouden. Er is aandacht voor lokale klederdracht in de ruimte van ‘het Walchers Costuum’. Ook wisselende exposities met werk van Veerse kunstenaars. De originele beelden van de heren en vrouwen van Veere uit 1518 die eeuwenlang in de nissen van het stadhuis stonden, zeven in totaal, kregen een veilig onderkomen in een ruimte van de Schotse Huizen. Vanaf half maart tot oktober, dagelijks van 13.00 – 17.00 u.
Stadhuis
Het laatgotische stadhuis met het peervormige dakgedeelte heeft vandaag niet meer als dusdanig die functie. De Veerenaren moeten voor de administratie naar het verder gelegen Domburg. Sinds maart 2015 is het stadhuis opnieuw toegankelijk na renovatie als onderdeel van het Museum Veere. Op de rijkelijk versierde gevel zie je in de nissen normaal gezien kopies van beelden van de heren en vrouwen van Veere staan (de adellijke familie Van Borsele Van Bourgondië aan wie Veere heel wat te danken heeft), maar tijdens ons bezoek gaven ze niet thuis. De originele beelden uit 1518, gemaakt door Michiel Ywijnsz uit het Belgische Mechelen, zijn te vinden in een beeldenzaal van de Schotse Huizen. In de toren hangt een carillon waarvan de oudste klokken uit begin van de 18de eeuw dateren.
Openingstijden Museum Veere: van 1 april tot 31 oktober, dagelijks van 10.00 -17.00u, van 1 nov tot 31 maart, dinsdag t.e.m. zondag van 13.00 -17.00 u.
De beker van Karel V
De plannen werden getekend door Andries Keldermans van het architectengeslacht uit Mechelen (België). Op het eerste verdiep bevindt zich de trouwzaal die nog als dusdanig gebruikt wordt. De achter glas opgeborgen vergulde zilveren beker door Karel V in 1548 geschonken aan Maximiliaan van Egmond is het pronkstuk. Later kwam die in het bezit van Maximiliaan van Bourgondië, heer van Veere die de beker aan de stad schonk. Het beeldje op de top van het deksel stelt de god Mars voor die het schildwapen van Veere in de hand houdt. De inboedel van het stadhuis werd gekocht door Willem van Oranje in 1581. Zodoende is er de band met het koningshuis gekomen. De koningin draagt nog steeds de titel ‘markiezin van Veere’. Bezoekt ze Veere, dan mag ze uit die kostbare beker drinken.
Campveerse Toren
De Campveerse Toren is van oorsprong een halfronde verdedigingstoren van een vestingwal opgetrokken begin 1500 om de haven te verdedigen. Maar er werden sporen gevonden van versterkingen die nog twee eeuwen ouder waren. Inmiddels werden twee vleugels aangebouwd. Reeds in 1540 werd de toren ingericht als een herberg en dat is het vandaag nog steeds. Op de gevel van de aangebouwde muur langs de kant van de kade hangt een onderkaakbeen van een walvis.
Veerse haven
Veere heeft tijdens de middeleeuwen een directe verbinding gehad met de zee. De welvaart die Veere opbouwde had het grotendeels te danken aan de handel over zee. Halfweg de 15de eeuw was er al veel handel en visserij maar het hoogtepunt zou bereikt worden vanaf 1541 toen Veere de rechten kreeg om er Schotse wol te mogen opslaan. Nog tot de 17de eeuw zou Veere een belangrijke speler blijven omdat het belangen had in koopmansverenigingen zoals VOC (Verenigde Oost-Indische Compagnie), WIC (West-Indische Compagnie) en Noordse Compagnie.
De Stenen Beer
Wil je naar een overgebleven merkwaardig bouwsel dat er kwam in opdracht van de Franse keizer Napoleon? Het wordt de Stenen Beer genoemd. De stenen beer is de gemetselde verbinding bovengronds die het water van een gracht afscheidde van het Veerse Meer. De doorsteek ondergronds is een gang met kasseien belegd. Je ziet er nog de schietgaten. Een poterne is een ondergrondse gang door een vesting.
Wat deed Napoleon in Veere?
De Stenen Beer heeft Veere te danken aan de kleine keizer Napoleon Bonaparte. Op de oude omwallingen uit de 16de eeuw liet Napoleon in 1810 versterkingen aanbrengen. De Engelsen hadden namelijk Veere aangevallen een jaar voordien. Veere was toen onder Frans bewind. Engeland zag echter het nutteloze van de strijd in en riep de troepen terug. Veere bleef zo onder de Franse knoet van Napoleon, eigenlijk zijn broer want die kreeg de titel van Koning van Holland. Om zich beter te beschermen tegen vijandelijke aanvallen, liet Napoleon in Veere militaire verdedigingsbouwwerken uitvoeren. De Fransen zouden nog tot in 1814 Veere blijven bezetten. Toen zette zich de zwanenzang in van het Napoleon bewind, de Fransen dropen af en het eiland Walcheren werd ingelijfd bij het koninkrijk Nederland.
De Grote Kerk
De Grote Kerk of Onze-Lieve-Vrouwekerk is laatgotisch. Wat doet een zo’n imposante kerk in dit kleine Veere? De aanvang van de werken was in 1479, maar die werden stopgezet in 1521. Daarom is de westtoren niet voltooid volgens het oorspronkelijke idee. De Vlaamse architectenfamilie Keldermans (Anthonie opgevolgd door zoon Rombout) stond in voor de plannen. De kerk bevat de tombe van Maria Stuart, de Schotse koningsdochter + 1465. Je merkt het zelf wel. Deze kerk was eigenlijk te groot voor Veere. Veel kerkschatten gingen verloren ten tijde van de reformatie. Dan werd de kerk ook nog eens verwoest door een brand in 1686, was er stormschade in 1800, beschoten de Engelsen in 1809 de kerk en werd ze nadien een tijdlang verwaarloosd. Om maar te zeggen dat de Grote Kerk best wel een bewogen geschiedenis kende.
Dat wordt nog duidelijker als we opsommen waarvoor ze werd gebruikt. Als opslagplaats, paardenstal, overdekt voetbalveld, feestzaal, militair hospitaal, noodstal voor gered vee bij de watersnoodramp van 1953. Pas rond 1970 kreeg ze een opwaardering. Vanaf dan vonden er geen samenkomsten van protestanten meer plaats. De kerk wordt nu gebruikt voor tal van culturele evenementen (concertopvoeringen, tentoonstellingen, beurzen, …).Tegenover de kerk staat een waterput uit 1551. Regenwater van het dak van de kerk werd hier opgevangen en aangewend voor drinkwater en spoelwater voor de wol.