De basiliek
De bouw van deze kerk, de grootste van de stad, werd in 1851 aangevat. Voor het plan zorgde Jozsef Hild, maar het duurde ruim een halve eeuw eer de kerk voltooid was. Waar je ook loopt in de stad, ongeveer overal heb je zicht op de 96 m hoge koepel. Aan deze koepel is er een uitkijkplatform op een hoogte van 65 m met een panoramisch zicht over de stad.,Om het te bereiken moet je ruim driehonderd treden overwinnen, maar gelukkig is er ook een lift.
De linker toren bevat 5 klokken, de andere toren slechts één, maar dan wel een heel zware. Met een gewicht van ruim 9 ton is ze de zwaarste van het land. Slechts tweemaal in ’t jaar kan je haar horen: op 20 augustus om 17 u en om middernacht op Oudejaarsavond. 20 augustus is de nationale feestdag omdat op die datum in het jaar 1083 koning Stefaan (Istvan) heilig verklaard werd.
Als je de basiliek betreedt via de massieve deur van de hoofdingang (naast de toren) heb je een goed overzicht van het interieur. Boven het hoofdaltaar prijkt een beeld van de heilige koning. Aan de linkerzijde, in de Heilige Rechterhandkapel (Szent JobbKkápolna), bevindt zich een van de meest vereerde voorwerpen van het land: de gemummificeerde onderarm van Szent Istvan (de heilige koning Stefanus).
Koning Stefanus
Stefanus I de Heilige, geboren in 975, werd in het jaar 1000 de eerste koning van Hongarije. Heel bijzonder is dat hij sinds 1083 als heilige is vereerd en niet zomaar een van de vele heiligen. Hij wordt gezien als de grondlegger van het christelijke Hongarije. Deze koning heeft zijn land grondig hervormd en liet in ieder dorp of stad een kerk bouwen. Heel wat geld ging naar het uitbouwen van het Christendom en de daarmee gepaard gaande bouwwerken zoals kloosters. Hij ging zelfs zo ver om wetten in te voeren die heidense gebruiken verboden. Hij maakte Hongarije sterk en tot een staat met aanzien. Onder zijn bewind werd ook het latijns alfabet ingevoerd.