Madeira is een subtropisch eiland in de Atlantische Oceaan op zo'n 600 km van de westkust van Marokko. Je vindt er pareltjes van de natuur verspreid over het ganse eiland onder de vorm van watervallen, tuinen en berglandschappen.
Het eiland dat van vulkanische oorsprong is, werd pas bewoond in de 15de eeuw door kolonisten en behoort tot Portugal. Het was een belangrijke halteplaats bij de verkenning van de Afrikaanse kust. Maar wat zijn nu de beste 8 tips voor de toerist om Madeira te verkennen? Vanuit Brussel en Amsterdam ben je er op vier uren vliegen.
Tip 1: Bloemeneiland
De aangename temperatuur het ganse jaar door zorgt op Madeira voor een kleurrijke fauna en flora. ’s Nachts is het bijna nooit kouder dan 13°C wat maakt dat de vele soorten bloemen (jasmijn, orchidee, hortensia, gladiool, magnolia, mimosa en vele andere) de ideale groeiomstandigheden vinden. Dat geldt ook voor de tropische vruchten zoals ananas, papaja, avocado en minder bekende anona (zoet sappig).
Niet enkel in de vrije natuur is het genieten maar ook in de bloemperken van parken en voor bijna elk huis ligt een tuintje met geurende, fleurige bloemen. In april en mei staat het eiland vol met de paradijsvogelbloem, het symbool van het bloemenparadijs op Madeira.
Tip 2: Temperatuur
In de zomermaanden stijgt de temperatuur zelden boven de 30°C en 's winters bereikt de thermometer nog steeds 20°C op het middaguur. Gedurende de nacht is het nooit kouder dan 13°C. Zo iets noem je ideale temperaturen, toch?
Het weer kan er wel vlug omslaan. Maar vaak hoef je niet meer dan een regenbuitje of een flinke plensbui van beperkte duur te doorstaan. Mooi ‘meegenomen’ zijn dan de mooie regenbogen die zich laten zien. Minder geschikt zijn de maanden april, oktober en november omdat dan soms iets meer druppels vallen.
Tip 3: Maderawijn
De madera-druif is door zijn smaak al altijd een gegeerd product geweest. Begin 18e eeuw kwamen voornamelijk Engelse wijnhandelaren naar Madeira. De wijngaarden beslaan zowat één vijfde van het totale oppervlakte van het eiland. Er zijn vier soorten: boal (halfzoet), malvasia (zoet), sercial (droge) en verdelho (half-droog).
Tip 4: Funchal, bezienswaardigheden
In de hoofdstad Funchal, waar zowat de helft van de totale bevolking van Madeira woont, vind je tal van bezienswaardigheden. Vooral de wijk van Zona Velha is erg populair. Hier is het een kluwen van kleine maar gezellige straatjes. Het is in deze wijk dat je toch flink wat cultuur kan opsnuiven. Er is de kathedraal (Sé) dat zowat het oudste gebouw van Madeira moet zijn. Bewonder er de rijk gedecoreerde koorbanken en je vindt bij het altaar zowaar een Vlaams retabel. Om alles te zien in Funchal, heb je eigenlijk twee dagen nodig. Dus een extra reden om wat langer op Madeira te vertoeven.
Hier bevindt zich ook het Museu de Arte Sacra, met kunstwerken uit religieuze collecties, privé-verzamelingen en ook werk van Vlaamse schilders uit de 15e en 16e eeuw.
Het Suikermuseum laat je kennis maken met de belangrijkste bron van inkomsten, nog voor sprake was van de toeristeninstroom, namelijk de suikerrietplantages. Verder liggen nog een aantal kleinere, maar daarom niet minder interessante musea her en der in Funchal verspreid.
Je mag zeker de botanische tuin niet missen van Funchal, de ‘Jardim Botanico’. Er zijn trouwens nog meerdere tuinen in Funchal. Elke dag van de week kan je er een andere bezoeken.
En dan hebben we het nog niet gehad over de kloosterkerk (Convento de Santa Clara) met prachtige azulejo’s bezet, een drie verdiepingen tellende markthal, enkele forten,de lokale Maderwawijnhandelaars enz. Lees meer over Funchal.
Tip 5: Mooie dorpjes
Madeira telt talloze kleine dorpjes. Jardim do Mar is het meest romantische. Het is gelegen in het zuidwesten van Madeira en doet alle eer aan de status van 'bloemeneiland'. Bovendien krijg je er gratis mooie panorama's bij.
Santana is ook een van die toeristische trekpleisters. Het stadje ligt aan de andere kant van het eiland en wordt bezocht voor de typische driehoekige huizen, met een rieten dak tot op de grond. Een aantal van deze huizen kan je ook bezoeken.
Vanuit Funchal kan je met de kabelbaan naar Monte. Dit dorpje ligt op een hoogte van 550 meter en is de meest toeristische plaats van Madeira. Bezoek er de kerk en het stadspark met een tropische tuin. Maar de grootste attractie is voor vele toeristen een afdaling met … de mandenslee of toboggan. Twee ‘carreiros’, de mannen die dit besturen, in vlekkeloos witte tenue en een strohoed, zorgen ervoor dat de slede de 2 km lange afdaling in veilige omstandigheden aflegt met jou vooraan in de mand.
Tip 6: Levadas
Je zal merken dat er op Madeira veel suikerriet- en bananenplantages liggen. Ook zal je heel wat wijnstokken zien. Die moeten uiteraard gevoed worden met voldoende water.
Levadas zijn irrigatiekanalen die water van het vochtige noorden naar de plantages van het zonnige zuiden brengen. Dit zorgt voor een grotere oogst. Er zijn meer dan 2000 km kanalen waarlangs telkens een wandelpad ligt om deze te onderhouden. Daar kan je gebruik van maken om tochten te maken op het eiland. Een dagtocht kan je het best starten aan de moerasvlakte van Paul da Serra. Dit is het grootste waterreservoir waarvan veel Levadas vertrekken. Informatie over deze wandelingen kan je bekomen bij de toeristische dienst in Funchal. Lees meer over de andere bezienswaardigheden op Madeira.
Tip 7: Maak een rondreis
Madeira is niet groot, 56 km lang en maximum 22 km breed, ongeveer 740 km². Perfecte ‘maten’ voor een rondreis. Je zal merken dat Madeira veel prachtige natuurplekjes kent. Watervallen, rotsformaties, tuinen en vooral veel landschappen. Met een beetje geluk zie je ook een regenboog die opstijgt vanuit de zee. Er zijn ook enkele kleinere eilandengroepjes, onbewoond of waar enkel vissers verblijven tijdens de zomermaanden. Ontdek nu onze rondreizen op Madeira.
Tip 8: Porto Santo, voor wie strand wil
Als je van strand wil genieten tijdens je vakantie Madeira, dan kan je alleen maar terecht op een ander eiland, met name Porto Santo, amper een 40 tal km² groot en op zowat 70 km van Madeira. Hier vind je ongerepte goudkleurige stranden. Je kan met een dagexcursie er naar toe. Behalve voor het strandtoerisme kan je op het kleine eiland ook terecht voor wat culturele bezienswaardigheden. Ontdekkingsreiziger Colombus huwde op Porto Santo. Waar het koppel woonde in de hoofdstad Vila Baleira, is nu een museum. In de natuur kan je wandelingen maken in de serra’s, er zijn de pico’s (bergjes) waar je naartoe kan klimmen voor een magnifiek uitzicht, botanische tuinen enz.