Op het einde van de Lagen Heirweg in Laarne staat het gedenkteken “Galgeneed”. Janne Callens werd op 2 oktober 1607 levend verbrand op het nabije galgenveld, samen met Willemyne Sveermans. Twee andere “heksen” ondergingen eerder hetzelfde vreselijke lot.
De Meerskant, waar Janne Callens huisde, was een moerassige en onvruchtbare streek. Hier vond Janne de kruiden die ze gebruikte als vroedvrouw en om mensen te genezen: doornappel, marjolein, wolfskers, … Janne Callens moet zich hier te midden van de vrije natuur in haar sas gevoeld hebben.
Koewegel en Bankgatrede
In de Koewegel begint het meest landelijke deel van Laarne: geen wegwijzers, geen verharde stroken meer, nauwelijks een teken van menselijke bewoning, modderige wegen bij ernstige regenval, geen geluiden uit de 21ste eeuw, … Wat er dan wel te zien is? De natuur die nog bijna ongeremd zijn gangetje kan gaan. Kreupelhout schiet op tussen wat grotere bomen. Planten die een vochtige bodem prefereren, kunnen vrijuit groeien en bloeien. Zo ongeveer moet de natuur eruit gezien hebben toen Janne Callens ronddwaalde op zoek naar geneeskrachtige en andere kruiden. Niet te verwonderen dat dit wandelpad modderig kan zijn: vaak wordt het afgeboord met een beekje, soms zelfs aan weerszijden van het pad. In de onmiddellijke omgeving suggereren rijen knotwilgen de aanwezigheid van nog veel meer beekjes. Meerdere van die beekjes vormen samen de Maanbeek en de Kolkbeek. Toch is het niet moeilijk de juiste richting aan te houden: stap steeds rechtdoor of volg de bedding van het pad. De naam van het pad verandert van Koewegel in Bankgatrede maar geen levende ziel die het merkt.