Er zijn ook prachtige kloosters te zien, zoals die van Sankt Mang, een indrukwekkend barok klooster.
In Füssen moet je zeker het stadhuis en het streekmuseum bezoeken. Die zijn gevestigd in het klooster Sankt Mang. Dit barokke klooster, wat ooit nog deel uitmaakte van de Benedictijnenorde, bezit bovendien een prachtige bibliotheek die zeker de moeite waard is om te bezoeken. En niet alleen het klooster, maar ook de basiliek is toegankelijk.
Ook erg mooi om te zien is het Hohe Schloss. Dit is de voormalige zomerresidentie van de Augsburgers vorstbisschoppen uit de 13e-16e eeuw en bevindt zich op een steile rots ver boven de stad. Het is dan ook even lopen om er te komen, maar de uitzichten zijn prachtig. Het slot heeft onder meer een ridderzaal, een slotkapel en een schilderijenverzameling
Op ongeveer een kilometer afstand van de stad ligt het indrukwekkende Forggensee. Dit meer ontstond door de de opstuwing van de Lech en werd eind 1954 in gebruik genomen.
In Füssen zijn er bovendien zwavelbronnen te vinden en je kunt er baden nemen en kuren ondergaan. De bronnen liggen in het westelijke stadsdeel Bad Faulenbach.
Het aanbod aan wandelingen vanuit Füssen is immens groot. Je kunt kiezen uit bergwandelingen of 'vlakke' merenwandelingen, al dan niet met of zonder gids. Op de website van de stad kun je allerlei informatie vinden. Wij raden je echter aan om eenmaal ter plaatse een bezoek te brengen aan de toeristische dienst en een plattegrond op te halen.
Kijk voor openingstijden op de website: www.fuessen.de