De Poortersloge werd gebouwd eind 14de eeuw. Op de hoek van dit gebouw (huisnummer 18) zie je een stenen beer in een nis. Aan die beer is trouwens een legende verbonden.
Het Beertje van de Loge
We schrijven 861. Boudewijn met de IJzeren Arm, graaf van Vlaanderen, was een stoutmoedig man die dolverliefd was geworden op jonkvrouw Judith, de dochter van de Franse koning. Hij loste het simpel op en ging, vergezeld van enkele begeleiders, haar gewoon schaken in Parijs. Onderweg terug naar Brugge kwamen ze in een bos oog in oog te staan met een grote vervaarlijk brullende beer. Toen die de aanval inzette, nam Boudewijn zijn speer en spieste de beer. De speer drong helemaal door het berenlijf.
In triomf werd de beer meegedragen en opgezet in de ridderzaal van de burcht van Boudewijn. Na een tijdje begon het ferm te stinken in de zaal. Daarom werd beslist om een stenen beer te laten maken door een beeldhouwer. Zo geschiedde en het is deze beer die je kan zien in een nis van de Poorterlsloge. Het Genootschap van de Witte Beer koos de beer als embleem. Zo werd het beeldje bekend als ‘het beertje van de loge’. Kijk eens op het schild dat hij voor zijn buik draagt. Je ziet twee speren, een ring als symbool van het huwelijk tussen Boudewijn en Judith en een jachthoorn.
De beer die je nu ziet, is uiteraard niet meer de beer van in de tijd van Boudewijn. De Poortersloge was de thuishaven van het Genootschap van de Witte Beer. Een vereniging die het steekspel als voornaamste tijdsbesteding hadden. Zij mochten in 14717 van het stadsbestuur hun embleem in de gevel plaatsen. Het is dus déze beer die wat hautain voor zich uitkijkt.