Een verboden liefde
Pierre Abélard was een theoloog van rijke afkomst die alles opgaf om naar Parijs te trekken. Zijn ambitie was om kennis te vergaren en deze kennis te delen met anderen. Hij had ideeën die in zijn tijd als erg vernieuwend werden ervaren, en niet iedereen kon dat waarderen. Hij heeft er bijvoorbeeld toe bijgedragen dat wijsbegeerte losgeweekt werd van de godsdienstleer en een zelfstandige discipline werd.
Domkanunnik Fulbert bood Abélard onderdak in zijn huis op het Ile de la Cité in ruil voor onderricht aan diens 17-jarige nichtje, Héloïse. Ondanks het feit dat er een leeftijdsverschil van ruim 20 jaar was, ontstond er een hartstochtelijke relatie. Fulbert kwam er achter en gebood de tortelduifjes om hun relatie te staken... maar de liefde bleek te groot. Toen Héloïse ook nog eens zwanger bleek en later van een zoon beviel, besloot het koppel te trouwen. Het huwelijk werd echter geheim gehouden, omdat Abélard als clericus en leidinggevende van de kathedraalschool van de Notre-Dame verondersteld werd een 'geestelijk leven' te leiden.
Fulbert kwam erachter en nam wraak. Hij huurde bandieten in die Abélard castreerden. Abélard trad daarna het benedictijnenklooster Saint-Denis, iets ten noorden van Parijs, in. Héloise legde in 1119 haar geloften af in het benedictinessenklooster van Argenteuil, waar ze later ook nog priores werd. In 1136 werd ze abdis van Le Paraclet, het klooster in de Champagne-regio dat door Abélard werd gesticht.
Liefdesbrieven
Tijdens hun jaren in het klooster, bleven Abélard en Héloïse elkaar brieven schrijven. Ze schreven over hun liefde, het christelijk geloof, de Heilige Schrift en het kloosterleven. Opvallend genoeg rept geen van beiden nog over hun zoon. De brieven zijn bewaard gebleven en uiteindelijk in verschillende talen vertaald. Abélard en Héloïse zijn op die manier één van de eerste liefdesparen met een geschreven liefdesgeschiedenis. Hun relatie sprak eeuwenlang tot de verbeelding en werd vooral in de 18e en 19e eeuw sterk geromantiseerd.
In de dood herenigd
Abélard stierf in 1142 in het klooster St. Marcel bij Chalon-sur-Saône. Héloïse stierf in 1163 in klooster Le Paraclet. Ze werden in de dood herenigd en samen begraven. Er wordt gezegd dat toen de kist geopend werd, Abélard zijn armen uitstrekte om Héloïse te omhelzen. In de 17e eeuw werden hun lichamen gescheiden en kregen ze elk een graftombe. Na de Franse Revolutie werden hun beenderen opnieuw in één zerk gelegd en uiteindelijk kregen ze een graftombe op het beroemde kerkhof van Père-Lachaise. Deze graftombe is nu nog steeds te bezichtigen.
Een wandeling op dit prachtige kerkhof is goed te combineren met een bezoek aan de Notre-Dame en andere bezienswaardigheden tijdens je citytrip Parijs.