De dichter Homerus heeft nog in Izmir gewoond. Maar Atatürk viel op 9 september 1922 met zijn troepen binnen en liet de stad branden. Nog steeds wordt 9 september in Izmir herinnerd als de ‘Dag van de Bevrijding’. Met die verovering verdween helaas ook zo goed als alles van de historische gebouwen.
Stilaan kreeg Izmir na die datum een nieuw kleedje met moderne gebouwen, kantoorcomplexen, toenemende bevolking, een bazaar en de daaruitvolgende drukte. Een wandelpromenade (Kordon) wordt druk belopen met een paternoster van cafés, bars en restaurants. Er is elk jaar in augustus en september een internationale handelsbeurs die bekend is, en in juni en juli een kunstfestival die nogal wat weerklank heeft.
Wat nog te zien van vroeger?
Is er dan nog wel iets te zien? Er zijn overblijfselen van een Romeinse agora uit de 2de eeuw waarbij je een voorstelling kan maken hoe levendig er het hier aan toeging met ‘winkelgalerijen’ op drie verdiepingen. Boven op een heuvel herinneren vestingmuren aan een burcht ten tijde van Alexander de Grote (4de eeuw v.C.). Het kasteel van Kadifekale staat er niet meer na een aardbeving. Je krijgt op de plek wel een mooi uitzicht over de stad en de baai. Dat bekom je ook na de klim van een klokkentoren (Ottomaans), een geschenk van sultan Abdul Hamid. Een archeologisch museum toont vondsten (gouden sieraden, aardewerk, beelden, sarcofagen) van het oude Smyrna. Ernaast bevindt zich het Etnografisch Museum. De naam Kültürpark is wat misleidend. Je vindt er wel brede wandelpaden met palmen en ander mooi groen, leuk om in te wandelen, een roeivijver en ook natuurlijk flink wat restaurantjes, bars. Maar die cultuur is er ver te zoeken dus.